Opschieten!
‘Kom op, we gaan nú weg!’ Terwijl jij dat al vijf keer hebt geroepen, kan het zomaar zijn dat je kinderen het voor de eerste keer echt horen. Ze zijn namelijk met hun eigen ding bezig. Daar kunnen ze helemaal in op gaan en tja, dat jij dan iets roept.. Het feit dat kinderen niet lijken te willen meewerken net als jij de deur uit wilt, kan zomaar te maken hebben met een stukje verwachtingsmanagement. Kinderen zijn super mindful Kinderen zijn erg in het nu, in het moment. Ze gaan op in wat ze aan het doen zijn en kunnen daardoor vaak lastiger schakelen als er van het één op het andere moment iets van hun wordt verwacht. ‘We moeten nú de deur uit’, werkt meestal beter als je dat al een aantal keren hebt aangekondigd en je kind hebt voorbereid op wat gaat komen. Voor je eigen rust én die van je kind kan het heel goed werken als je aan verwachtingsmanagement doet. Bereid je kind voor en doe dat tijdig. Dan heeft zijn brein de tijd om om te schakelen, nog af te maken waar hij mee bezig was en om de stap te zetten naar wat er van hem gevraagd wordt. En dan is het wel aan jou als zender om te zorgen dat de boodschap aan komt hé? Een beetje roepen vanuit de keuken of de gang dat er schoenen aan gedaan moeten worden, dát telt niet. Zorg dat ze je horen En daarvoor hoef je heus niet te schreeuwen of dingen eindeloos te herhalen. Om te zorgen dat het aan komt wat je zegt, heb jij wat te doen: zoek toenadering, zorg dat je contact maakt door naast ze te gaan zitten, te checken of ze je gehoord hebben of ze even kort aan te raken. Maak contact en help ze je te horen. Zeg eerst hun naam en dan de boodschap die je wilt overbrengen. Als er zomaar iets naar mij wordt geroepen vanuit de keuken hoor ik het ook maar half of helemaal niet en één ding is dan zeker: dan zit ik niet op tijd klaar met mijn schoenen aan om de deur uit te gaan!
0 Comments
Bloed prikken
Terwijl de verpleegster de naald in de arm van het meisje prikt, blijft ze stil zitten. Ze knippert even met haar ogen bij de prik en kijkt verder rustig naar het bloed dat in het buisje stroomt. ‘Dat deed inderdaad wel een beetje pijn mama’ zegt ze, terwijl ze een kneepje geeft in de hand van haar moeder. Daarna begint ze te vertellen over een verhaal dat de juf die ochtend in de klas heeft verteld en dat ze zo benieuwd is hoe het afloopt. Want dat horen ze morgen pas. Al snel is het bloed afnemen klaar en mag ze een mooie prinsessenpleister uitzoeken. Vol verbazing keert de verpleegster zich naar de moeder en zegt dat ze het maar weinig meemaakt dat kinderen zo rustig blijven. Vaak genoeg wordt er gehuild en geschreeuwd en daar is ze dan ook helemaal op voorbereid. Door deze rust was ze eigenlijk een beetje verrast. Je kind bang maken Uit angst onze kinderen schrik aan te jagen, zeggen we als ouders soms niets of heel weinig over spannende situaties die in het verschiet liggen. We zijn logischerwijs voorzichtig met informatie die ons kind bang kan maken. En tegelijkertijd: wanneer je weet wat er te gebeuren staat is het een stuk minder spannend dan wanneer je een kamer binnen komt met daarin iemand in een witte jas en een spuit in zijn hand en jij weet niet wat de bedoeling is, toch? Dat zou je toch zelf ook bang worden? Intonatie en spanning En ja, net als bij het voorlezen van een spannend verhaal, is intonatie en de manier waarop je vertelt, hierbij van reuze belang. Wanneer jij met veel nadruk op bloed en prikken de spanning opbouwt, bereik je hoogstwaarschijnlijk juist dat waar veel ouders bang voor zijn: angst bij je kind, met als gevolg dat hij nooít meer naar de dokter of het ziekenhuis wil. Terwijl, wanneer je het luchtig brengt en eerlijk bent over dat het pijn kan doen en er bij vertelt dat je bijvoorbeeld voldoende bloed in je lijf hebt en dat ze daar een beetje van nodig hebben om te onderzoeken, dan wordt het al een stuk beter te handelen. Onrust in jou, onrust in je kind Word je zelf superonrustig in ziekenhuizen of word je zenuwachtig van witte jassen? Dan straal je hoogstwaarschijnlijk geen ontspannen rust uit, hoe graag je dat ook wilt. En qua verwachtingsmanagement doe je dan het opgebouwde vertrouwen in de priksituatie teniet. En natuurlijk wil je kind jou er graag bij hebben, maar als je één brok zenuwen bent, is het de vraag of dat gaat helpen en of het handig is dat jij dat alleen doet. Dan kan het misschien handig zijn om te zorgen voor een extra steuntje in de rug in de vorm van een opa of vriendin die meegaat. En heb je je al eens afgevraagd waar bij jóu die onrust of angst vandaan komt? Misschien wil jij wel net zo rustig als je dochter bij die dokter zitten, in plaats van één brok zenuwen te zijn. Dan mag je ook na afloop vast wel zo’n mooie prinsessenpleister uitzoeken. Die grote wereld
de wereld kan soms groot en overweldigend zijn en jij nog zo klein dan weet je het even niet meer en dat doet zeer de tranen biggelen over je wangen ik wil je troosten en ze opvangen je strekt je armpjes naar je moeder uit van haar mag je niet huilen moet je sterk zijn en je niet verschuilen ook al is deze wereld nieuw en spannend een knuffel is er niet bij want, het is tijd dat jij een grote meid als je al bent, snel aan deze situatie went. je hoofdje hang je naar voren ik kan de snikjes horen groter groeien vraagt moed en vooral veel knuffels zorgen goed dat jij kunt groeien en je gesteund voelt ook al is het goed bedoeld opgroeien gaat al zo snel knuffel juist wel geef warmte en geborgenheid dan groei je in vertrouwen, in jouw tijd de wereld kan nou eenmaal groot en veel zijn terwijl jij met je vier jaar, nog zo klein |