![]() Als ouder loop je in de opvoeding tegen van alles aan en heus, je staat daar niet alleen in. Dat merk je als je dingen bespreekt met andere ouders. Dan blijkt het gelukkig toch heel normaal te zijn dat jouw kind steeds van tafel loopt of automatisch ‘nee’ roept als jouw zin nog niet eens af is. Volg de handleiding Voor bijna alles heb je een diploma of in ieder geval een opleiding nodig. Niet voor het opvoeden van kinderen. En er wordt ook nog eens geen handleiding meegeleverd bij de geboorte. Je moet het als ouders gewoon zelf uitzoeken. Tijdens workshops merk ik dat veel ouders stiekem hopen dat ik een soort boekje ga overhandigen dat alle dingen waar zij tegenaan lopen heel simpel oplost. Dat als zij A doen, hun kind B zal doen. En dat als zij zo reageren, dat het kind dan.. En nee, dat krijgen ze niet van me. Individuen Ieder kind is een individu, heeft een eigen persoonlijkheid en reageert op zijn eigen manier. Dat valt niet te vatten in een handleiding. We kunnen de grote lijnen uitzetten van welke ontwikkelingen er in welke levensfase waarschijnlijk gebeuren en daar houdt het mee op. Het zou toch ook een erg saaie wereld worden als we allemaal maar in hetzelfde hokje zouden passen. Dat hokje zou uit zijn voegen barsten en er was geen snars meer te beleven. Geen enkel kind voldoet volledig aan de beschrijving in de boekjes. En wees nou eerlijk. Zitten we met zijn allen te wachten op saaie voorspelbare kinderen? Ons kind is geen watje! We willen toch geen watjes opvoeden? We willen niet dat onze kinderen over zich heen laten lopen. Maar juist dat ze van zich af leren bijten, een eigen mening hebben en sterke persoonlijkheden worden. Maar dat geldt dan blijkbaar even niet als het gaat om wat wíj zeggen als ouders. Dan willen we dat ze luisteren en doen wat we zeggen. Altijd. Zonder tegenspraak en het liefst nu meteen. Want wij zijn de ouders, de uitzondering op de regel, want wij zeggen hoe het moet en ze moeten toch gewoon luisteren en hebben behoefte aan regels en grenzen. Dat lees en hoor je overal, toch? Lekker tegenstrijdig dus. We willen graag sterke, onafhankelijke kinderen met een eigen mening opvoeden, maar als het om ons gaat, dan moeten ze gewoon luisteren. En daar willen we dan graag een handleiding voor, want in de praktijk blijkt dat luisteren nog wel eens een ding te zijn. Wij vinden zoveel Wij vinden veel als ouders. We vinden veel over hoe, wat of hoe vaak onze kinderen iets moeten doen. En dat komt vaak voort uit wat wij zelf van onze ouders hebben meegekregen (je laat je kind er toch niet zo bij lopen, wat moeten anderen daar wel niet van vinden?/ hij moet wel genoeg groenten binnenkrijgen, anders groeit ‘ie nooit/ dat haar moet in een paardenstaart, anders hangt het zo onhandig voor je ogen) of wat de opvoedboeken zeggen (hij is nu drie-en-een-half, dus hij moet nu zéker zindelijk gaan worden/ hij is nu vier dus zou hij toch echt netjes met mes en vork moeten kunnen eten). We laten ons door heel veel dingen leiden die we in de loop van ons leven zelf hebben geleerd, meegekregen of zijn gaan geloven. Vandaar dat sommigen van ons zo hard zoeken naar een handleiding. Er moet toch ergens een boekje zijn waarin staat hoe we het voor elkaar krijgen dat de kinderen beter luisteren en doen wat wij zeggen? Kijk naar je kind En nee, dat boek is er niet. Je kind kan namelijk zelf heel goed aangeven waar hij aan toe is en wat hij wel en niet snapt. Als ouder kun je daar soms aan voorbij gaan, omdat het nu eenmaal ‘zo hoort op die leeftijd’. Kijk naar je kind. Waar is hij aan toe? Wat zegt hij, doet hij en zie je aan hem? Juist omdat kinderen zo slecht in hokjes passen, moeten we voorkomen dat we ze daarin stoppen. Kijk naar wat jouw kind op dit moment nodig heeft, waar is hij aan toe. Wat wil hij wel en niet? Houd je vast aan het feit dat, als ze straks 18 zijn, ze allemaal echt wel met mes en vork hebben leren eten en op de wc plassen. Ongeacht of ze dat leren als ze drie zijn of als ze zes zijn. Ga bij jezelf te rade wat bij jou past en wat bij je kind past. Wees je bewust van hoe jij met je kind omgaat en geef je kind de ruimte om zich op zijn eigen tempo te ontwikkelen. De wereld is al groot en indrukwekkend genoeg zonder dat wij daar als ouders ook nog eens veel dingen aan gaan toevoegen waar het kind nog helemaal niet aan toe is. Volg in plaats van een handleiding je gevoel. En laat je gevoel leiden door wat je bij je kind ziet, wat hij je vertelt en waar hij op reageert.
0 Comments
![]() 'Pas op!' 'Voorzichtig!' 'Straks val je weer!' Kinderen nemen risico's en gaan op onderzoek uit. En als ouder voel je je daar niet altijd even relaxt onder. Kinderen klimmen, springen, vallen en staan weer op. En heel vaak gaat dat gelukkig gewoon goed, toch? Natuurlijk wil je je kind beschermen en voor risico's behouden, maar laat je kind vooral merken dat je hem vertrouwt dat hij het prima zelf kan inschatten. Juist als je je kind de vrijheid en het vertrouwen geeft om dat zelf uit te zoeken en te voelen wat bij hem past, geef je hem de mogelijkheid om zichzelf te ontwikkelen en te leren. Mooi weer Vorige week zei iemand: ‘de manier waarop kinderen de wereld zien, is de manier waarop ouders de wereld aan hen presenteren’. Geef jij bijvoorbeeld vooral de regenachtige momenten mee aan je kind? Bij de kapper hoorde ik van de week wel drie mensen zeggen ‘wat een weertje, ja, volgende week is het weer over’. Als het nu mooi weer is en je focust je op het feit dat het volgende week alweer over is, geniet je dan nog van dit mooie moment? En juist kinderen zijn heel erg in het moment. Waar wij als volwassenen allerlei mindfulnesscursussen volgen om vooral in het NU te zijn, zijn kinderen daar van nature nog heel erg goed in. Die genieten van het feit dat de zon schijnt, het zwembadje weer gevuld kan worden en ze geen kleren aan hoeven. Zeg dan even niets over dat het volgende week weer over is. ‘Pas op!’ ‘Voorzichtig!’ De manier waarop jij de wereld voor je kinderen weergeeft, is zoals zij hem in eerste instantie gaan zien. Als ze wat ouder worden komen daar natuurlijk meer invloeden bij en in het begin ben jij vooral degene die voor hen het beeld schetst. Dat doe je door hoe jij met andere mensen omgaat, hoe je je gedraagt en ook natuurlijk door wat je zegt. Wanneer jij in de speeltuin of bij het klimmen je kind vaak waarschuwt dat hij voorzichtig moet zijn, dat het gevaarlijk is en dat het te hoog is of dat hij daar toch zeker niet van af kan springen, dan schetst dat een beeld van een wereld vol risico’s. Bovendien geef je hem het gevoel dat hij zelf niet in staat is om dat allemaal in te schatten, want jij vertrouwt hem daarin blijkbaar niet. Waarom zou je anders steeds waarschuwen? Wie bescherm je eigenlijk? Wie bescherm je eigenlijk? Je kind of jezelf tegen het verdriet of de angst die je voelt als je kind iets overkomt? Als ouder is het jouw rol je kind te beschermen. Tegen grote gevaren en risico’s, natuurlijk. Ook is het tegelijk jouw taak om je kind te helpen zelf uit te zoeken wat wel en niet gevaarlijk is, wat te hoog, te ver of te hard is. En waarschuwen is één ding, zelf ervaren iets heel anders. Want het feit dat jij zegt dat die thee heet is, heeft op zich weinig betekenis. Die betekenis dringt door als ze weten wat ‘heet’ eigenlijk betekent, hoe dat voelt en dat dat pijn kan doen. Hangmat Een vriendin had een hangmat gekocht. Zo’n mooie met allemaal vrolijke kleuren. Hij hing te pronken in de tuin en alle kinderen wilden er wel even in liggen. Of liever, schommelen, want dat kun je heel goed in zo’n hangmat. De één na de ander lag er in, grote pret. En ja, ze had gewaarschuwd dat hij kon omslaan als je teveel naar één kant hing. Toen haar dochter uit de hangmat werd geworpen, waren er natuurlijk grote tranen. Want ja, daar schrik je wel even van en het leverde ook wat schaafwonden en een nieuwe leerervaring op. Onafhankelijkheid en waardevolle lessen We willen onze kinderen beschermen en als we daarin doorslaan en ze hun eigen inschattingen van gevaar ontnemen, nemen we ook hun onafhankelijkheid weg. Dus waarschuw niet. Of alleen als er echt gevaar dreigt. En moedig ze aan om het zelf te doen. ‘Ik denk dat jij dit zelf kunt’, ‘Waar kun je je nu het beste vasthouden als je naar beneden wilt klimmen?’. Als ouder kun je voor jezelf bepalen wat voor jou een toelaatbaar risico is en waar je gaat ingrijpen. Wanneer kinderen van jongs af aan leren om zelf dingen te ondernemen vormt hun dat tot onafhankelijke mensen met zelfvertrouwen dat ze hun eigen oplossingen kunnen zoeken en waar nodig om hulp kunnen vragen. Mensen die een wereld vol mogelijkheden zien, in plaats van gevaren en die kunnen genieten van de zonnige dagen, juíst als er voor volgende week weer regen is voorspeld. ![]() Jullie luisteren ook nooít! – communiceren met kinderen Heb je het gevoel dat je kinderen nooít naar je luisteren? Dat je alles 100x moet zeggen en ze dan nóg niet luisteren? Dat kan anders! Wil je weer meer vader of moeder zijn in plaats van politieagent of scheidsrechter? Kom naar de workshop Bewust makkelijker communiceren met je kind op dinsdagavond 10 april om 19.30 uur, in de bibliotheek aan de Waterlandlaan. En ontdek wat je kunt doen zodat je kinderen wél naar je luisteren en het weer gezelliger wordt in huis. Stress, haast, druk We kennen het bijna allemaal wel: haast om ’s ochtends de deur uit te komen. Je wilt nu eenmaal graag op tijd op je werk of op school zijn. En tijdsdruk zorgt voor onrust. Voor je het weet zit je middenin een discussie over het aantrekken van jassen en schoenen en ondertussen verstrijkt de tijd. Hoe voorkom je dat je iedere ochtend opnieuw de strijd aan moet gaan? De workshop geeft je daar antwoorden op. We communiceren, en wat zeggen we nou eigenlijk? We communiceren wat af. Wat zeggen we nou eigenlijk letterlijk en is dat ook wat we bedoelen? Tijdens de workshop ga je aan de slag met taal en maak je kennis met verschillende manieren om je uit te drukken. Wat ook een andere reactie van je kind teweeg zal brengen. Linda (de) Groot De workshop wordt gegeven door Linda (de) Groot. Zij geeft trainingen aan ouders, opvoeders en professionals die met kinderen werken over hoe zij makkelijker kunnen aansluiten bij kinderen en op die manier kunnen zorgen voor meer verbinding met de kinderen. De kinderen voelen zich gehoord en gezien, wat belangrijk is voor hun evenwichtige ontwikkeling. Meer informatie: www.ldgcoaching.weebly.com Datum: dinsdag 10 april Locatie: bibliotheek Waterlandlaan Tijd: 19.30 – 21.30 uur Kaarten verkrijgbaar via de bibliotheek: klik hier Vorige week zei een vriendin tegen mij dat ze zo van dansen houdt. Dat ze helemaal op kan gaan in de muziek en dat haar lichaam dan vanzelf mee gaat doen. En hoe fijn het voelt als ze een danspartner heeft gevonden die op een natuurlijke manier meebeweegt en dan weer eens leidt en dan weer eens volgt. Communiceren lijkt in veel aspecten op dansen.
Als je elkaar vindt in een gesprek, dan gaat het vanzelf en voel je aan alles dat het klopt. Flow Als alles lekker en vlot loopt wanneer je met je kind in gesprek bent, kan het voelen als een flow. Een flow van liefde voor de band tussen jullie en voor wie het kind is. Dat je elkaar snapt, dat het aankomt wat je zegt en dat je elkaar de ruimte geeft om te vertellen en te luisteren. Het lijkt op dat soort momenten zo natuurlijk te gaan. Terwijl juist de momenten waarop de communicatie stokt, helemaal niet lekker voelen. En ook die lijken op een natuurlijke manier te ontstaan, al is het dan tegen je zin in. Hoe komt dat toch? Dat we het ene moment zo lekker in elkaars tempo en ritme mee kunnen gaan en dat we het volgende moment op elkaars tenen trappen en elkaar een andere richting op proberen te trekken of duwen? Ik wil niet! Vaak zijn dat de momenten waarop jij wilt dat je kind iets doet en je kind wil dat niet. Punt. Gewoon niet. En dan, dan zit er een kink in de kabel. Het stroomt niet meer, jullie dansen niet meer, jullie staan stokstijf stil, misschien zelfs met de rug naar elkaar. Hoe zorg je dan dat het weer gaat stromen? Dat er weer gedanst kan worden, zonder boze gezichten en geschreeuw? Je weet al van tevoren dat als je aan een arm gaat trekken en gaat schreeuwen dat er nu toch echt gedanst moet gaan worden, dat dat hoogstwaarschijnlijk eindigt in veel tranen en boosheid die wel even aan kan houden. Hoe boos word jij als je tegen je zin met iemand moet dansen? Eerst volgen, dan leiden Wanneer je meteen de leiding wilt nemen en de ander wilt dwingen te dansen, kost dat je een boel energie en gezellig wordt het er niet van. Wanneer je wilt dat de ander jou gaat volgen, zul je eerst zelf moeten volgen. Wanneer je meegaat met de ander, wanneer je zijn bewegingen, ritme en tempo integreert in wat je doet, ontstaat er verbinding. Vanuit daar kun je dan langzaam aan gaan leiden. Dat is een kunst. Een kunst die ons in heel veel situaties natuurlijk af gaat. We kunnen het dus heel goed, alleen is het de kunst om dat ook te doen wanneer er weerstand en boosheid in het spel is. Ontdek dat door vaker te volgen, je uiteindelijk een fijne, liefdevolle dans kunt maken van wat eerder een touwtrekwedstrijd leek. Zoek dus toenadering, op een manier die rustig en beheerst is. Of tel tot tien, om daarna vanuit geduld verder te kunnen gaan. Verander de muziek, voeg humor toe of juist meer pauzes in je stem. Verander het ritme waarop er gedanst moest worden, was er nou echt zoveel haast geboden bij die passen of kan het ook wat rustiger? Kijk waar je wat kunt toevoegen of laten om te zorgen dat er weer interesse ontstaat om met jou te gaan dansen. Vanuit respect, vanuit vrije wil en omdat jullie elkaar leuk vinden. Met geweld of geschreeuw heeft nog nooit iemand zich tot een dans laten verleiden. Opschieten!
‘Kom op, we gaan nú weg!’ Terwijl jij dat al vijf keer hebt geroepen, kan het zomaar zijn dat je kinderen het voor de eerste keer echt horen. Ze zijn namelijk met hun eigen ding bezig. Daar kunnen ze helemaal in op gaan en tja, dat jij dan iets roept.. Het feit dat kinderen niet lijken te willen meewerken net als jij de deur uit wilt, kan zomaar te maken hebben met een stukje verwachtingsmanagement. Kinderen zijn super mindful Kinderen zijn erg in het nu, in het moment. Ze gaan op in wat ze aan het doen zijn en kunnen daardoor vaak lastiger schakelen als er van het één op het andere moment iets van hun wordt verwacht. ‘We moeten nú de deur uit’, werkt meestal beter als je dat al een aantal keren hebt aangekondigd en je kind hebt voorbereid op wat gaat komen. Voor je eigen rust én die van je kind kan het heel goed werken als je aan verwachtingsmanagement doet. Bereid je kind voor en doe dat tijdig. Dan heeft zijn brein de tijd om om te schakelen, nog af te maken waar hij mee bezig was en om de stap te zetten naar wat er van hem gevraagd wordt. En dan is het wel aan jou als zender om te zorgen dat de boodschap aan komt hé? Een beetje roepen vanuit de keuken of de gang dat er schoenen aan gedaan moeten worden, dát telt niet. Zorg dat ze je horen En daarvoor hoef je heus niet te schreeuwen of dingen eindeloos te herhalen. Om te zorgen dat het aan komt wat je zegt, heb jij wat te doen: zoek toenadering, zorg dat je contact maakt door naast ze te gaan zitten, te checken of ze je gehoord hebben of ze even kort aan te raken. Maak contact en help ze je te horen. Zeg eerst hun naam en dan de boodschap die je wilt overbrengen. Als er zomaar iets naar mij wordt geroepen vanuit de keuken hoor ik het ook maar half of helemaal niet en één ding is dan zeker: dan zit ik niet op tijd klaar met mijn schoenen aan om de deur uit te gaan! Bloed prikken
Terwijl de verpleegster de naald in de arm van het meisje prikt, blijft ze stil zitten. Ze knippert even met haar ogen bij de prik en kijkt verder rustig naar het bloed dat in het buisje stroomt. ‘Dat deed inderdaad wel een beetje pijn mama’ zegt ze, terwijl ze een kneepje geeft in de hand van haar moeder. Daarna begint ze te vertellen over een verhaal dat de juf die ochtend in de klas heeft verteld en dat ze zo benieuwd is hoe het afloopt. Want dat horen ze morgen pas. Al snel is het bloed afnemen klaar en mag ze een mooie prinsessenpleister uitzoeken. Vol verbazing keert de verpleegster zich naar de moeder en zegt dat ze het maar weinig meemaakt dat kinderen zo rustig blijven. Vaak genoeg wordt er gehuild en geschreeuwd en daar is ze dan ook helemaal op voorbereid. Door deze rust was ze eigenlijk een beetje verrast. Je kind bang maken Uit angst onze kinderen schrik aan te jagen, zeggen we als ouders soms niets of heel weinig over spannende situaties die in het verschiet liggen. We zijn logischerwijs voorzichtig met informatie die ons kind bang kan maken. En tegelijkertijd: wanneer je weet wat er te gebeuren staat is het een stuk minder spannend dan wanneer je een kamer binnen komt met daarin iemand in een witte jas en een spuit in zijn hand en jij weet niet wat de bedoeling is, toch? Dat zou je toch zelf ook bang worden? Intonatie en spanning En ja, net als bij het voorlezen van een spannend verhaal, is intonatie en de manier waarop je vertelt, hierbij van reuze belang. Wanneer jij met veel nadruk op bloed en prikken de spanning opbouwt, bereik je hoogstwaarschijnlijk juist dat waar veel ouders bang voor zijn: angst bij je kind, met als gevolg dat hij nooít meer naar de dokter of het ziekenhuis wil. Terwijl, wanneer je het luchtig brengt en eerlijk bent over dat het pijn kan doen en er bij vertelt dat je bijvoorbeeld voldoende bloed in je lijf hebt en dat ze daar een beetje van nodig hebben om te onderzoeken, dan wordt het al een stuk beter te handelen. Onrust in jou, onrust in je kind Word je zelf superonrustig in ziekenhuizen of word je zenuwachtig van witte jassen? Dan straal je hoogstwaarschijnlijk geen ontspannen rust uit, hoe graag je dat ook wilt. En qua verwachtingsmanagement doe je dan het opgebouwde vertrouwen in de priksituatie teniet. En natuurlijk wil je kind jou er graag bij hebben, maar als je één brok zenuwen bent, is het de vraag of dat gaat helpen en of het handig is dat jij dat alleen doet. Dan kan het misschien handig zijn om te zorgen voor een extra steuntje in de rug in de vorm van een opa of vriendin die meegaat. En heb je je al eens afgevraagd waar bij jóu die onrust of angst vandaan komt? Misschien wil jij wel net zo rustig als je dochter bij die dokter zitten, in plaats van één brok zenuwen te zijn. Dan mag je ook na afloop vast wel zo’n mooie prinsessenpleister uitzoeken. Die grote wereld
de wereld kan soms groot en overweldigend zijn en jij nog zo klein dan weet je het even niet meer en dat doet zeer de tranen biggelen over je wangen ik wil je troosten en ze opvangen je strekt je armpjes naar je moeder uit van haar mag je niet huilen moet je sterk zijn en je niet verschuilen ook al is deze wereld nieuw en spannend een knuffel is er niet bij want, het is tijd dat jij een grote meid als je al bent, snel aan deze situatie went. je hoofdje hang je naar voren ik kan de snikjes horen groter groeien vraagt moed en vooral veel knuffels zorgen goed dat jij kunt groeien en je gesteund voelt ook al is het goed bedoeld opgroeien gaat al zo snel knuffel juist wel geef warmte en geborgenheid dan groei je in vertrouwen, in jouw tijd de wereld kan nou eenmaal groot en veel zijn terwijl jij met je vier jaar, nog zo klein ![]() Mijn keuze De afgelopen tijd ben ik druk bezig geweest met de Keuze5daagse op Facebook, de opzet voor de training over keuzes en het e-book Jouw keuzes. Ik vind het fascinerend hoe ons onderbewuste ons stuurt in vrijwel alles wat we doen en vind het heel leuk om daarmee bezig te zijn. Verbinding maken met kinderen raakt me En ik heb me gerealiseerd dat ik het geven van de trainingen Makkelijk communiceren met je kind nóg leuker vind en dat ik me daar nog meer op wil richten. Ik wil graag aan ouders en opvoeders of mensen die werken met kinderen doorgeven hoe je makkelijk(er) en beter met kinderen communiceert. Wanneer kinderen zich meer gehoord en gezien voelen, ontstaat er meer verbinding in de relatie. Het raakt me wanneer er geen verbinding is tussen ouders en hun kind. Wanneer er voorbij wordt gegaan aan behoeften of gevoelens van kinderen. Soms door haast in het al zo drukke dagelijkse programma en soms ook doordat zoveel andere zaken om ons heen de aandacht afleiden. Écht contact en echte verbinding In dit drukke en digitale tijdperk worden écht contact en échte verbinding schaars als we niet uitkijken. We zijn met zoveel dingen tegelijk bezig en hebben zo’n druk programma, dat het soms lastig is om even stil te staan en echt aandacht te hebben voor elkaar. Terwijl iedereen gehoord en gezien wil worden, wijzelf én onze kinderen. De verbinding tussen ouders en hun kind en de hechting - de band - die daardoor ontstaat, is essentieel voor een evenwichtige persoonlijkheid op latere leeftijd. Echte verbinding komt tot stand wanneer je de tijd neemt om te luisteren, te kijken wat er speelt bij je kind en zijn gevoelens te erkennen. Jouw manier van communiceren Ook als ouder en opvoeder communiceer je natuurlijk op je eigen manier, vanuit jouw eigen wereldbeeld en vanuit wat jij belangrijk vindt. En dat geef je door aan je kind. Soms kan het goed zijn daarbij stil te staan en te bedenken wat jij belangrijk vindt om inderdaad aan je kinderen mee te geven. Trainingen Makkelijk communiceren met je kind In de drie trainingen die onderdeel uitmaken van de reeks “Makkelijk communiceren met je kind” wordt aandacht besteed aan de manier waarop jij zelf communiceert en hoe je kind daarop kan reageren, krijg je inzicht in de manieren waarop je kind de wereld waarneemt en hoe je daarop kunt inspelen en ga je aan de slag met taalgebruik en woorden. Door woorden anders in te zetten in je communicatie krijg je soms heel andere resultaten. Een goede keuze Mijn keuze is gemaakt. Aan de slag! Heb je contacten op scholen, in de kinderopvang of met andere professionals die met kinderen werken, ik hoor het graag, zodat ik ze kan benaderen voor een training. En als je zelf geïnteresseerd bent in een training, neem vooral contact op, ik vertel je er graag meer over. ![]() ‘Het zet me aan het denken’ Regelmatig hoor ik van mensen die me volgen op Facebook of mijn blogs lezen, dat ze aan het denken worden gezet. En dat komt goed uit, want dat is precies wat ik wil: je aan het denken zetten. Bewustwording is stap 1 Als je gaat nadenken over wat je doet, sta je er bij stil en kun je er bewust naar kijken. Op het moment dat je denkt ‘hé, nou doe ik het weer, en ik had me nog zo voorgenomen om dat niet meer te doen’, dan ben je op de goede weg. Dan klikt het namelijk in je hoofd: ‘hé, dit had ik me voorgenomen anders te doen. Ik zou juist rustig blijven als m’n kinderen schreeuwen en ik hun vraag om wat rustiger te doen’. En ook al merk je nog twintig keer dat je tóch weer staat te schreeuwen en denk je iedere keer ‘hé, dat was weer hetzelfde, nou doe ik het weer’ dan ben je je er tenminste wel bewust van. En dan kun je jezelf langzaamaan ander gedrag gaan aanleren. Hoe werkt dat dan? We leren onszelf dingen aan door een proces van ‘al doende leert men’ en wanneer we vaak genoeg hebben geoefend, maken we ons dingen eigen en kunnen we ze uiteindelijk uitvoeren zonder er al te veel bij na te denken. Zoals bijvoorbeeld fietsen of autorijden. Bedenk maar eens hoe je druk en bewust bezig was met alle verschillende handelingen die komen kijken bij autorijden, toen je net leerde rijden. En hoe je nu, nadat je al een tijd je rijbewijs hebt, zonder al te veel na te denken weg rijdt. Op de automatische piloot Misschien herken je dit wel: je hebt net een aanvaring gehad met iemand en je hebt het gevoel in een soort déjà vu te zijn beland. Dit heb je al een keer eerder meegemaakt. Ook toen voelde je vooral boosheid en onmacht. Hoe komt het toch dat dit je vaker gebeurt wanneer je met soortgelijke mensen in een discussie belandt? We doen veel dingen op de automatische piloot. Iemand gebruikt een bepaald woord of intonatie in zijn stem wat jou triggert en voor je het weet zit je middenin gedrag wat je eigenlijk liever niet zou vertonen. En als je blijft doen wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg: hetzelfde gedrag met dezelfde reactie die misschien iedere keer wel escaleert. Ander gedrag geeft een andere uitkomst Als je je bewust bent van je gedrag en hoe jij reageert in die specifieke situaties en je wilt graag een andere uitkomst, maak dan de keuze om het anders aan te pakken. Want dan krijg je ook andere resultaten. Ondanks dat het ingesleten patronen zijn en gedrag dat je jezelf hebt aangeleerd, kun je het veranderen. Het vraagt wat oefening en vooral bewustwording en dan kún je ook anders reageren. Heb je meer zelfvertrouwen nodig om je in zo'n situatie staande te houden? Of zou het juist helpen als je je wat bescheidener opstelt en kunt kijken naar wat er écht speelt en kunt luisteren 'voorbij de woorden'? Wat het ook is, het is ander gedrag dan wat je normaal vertoont. Begin met denken Wat fijn dat m’n artikelen of filmpjes je aan het denken zetten. Daar begint het tenslotte mee. Zet jezelf aan het denken en laat dan de bewustwording doorsijpelen, waarna je voor jezelf kunt bedenken wat voor jou de volgende stap is, áls je dingen anders wilt aanpakken. Vind je het fijn om, nu je aan het denken bent gezet, eens te zien wat voor mogelijkheden er voor jou zijn om dingen anders aan te pakken? Neem contact met me op! Digitalisering alom
We zijn gedigitaliseerd. En worden dat ook steeds meer. Tot en met die chip in je arm die automatisch je voordeur opent als je aan komt lopen en de koelkast die automatisch aan het boodschappenlijstje op je telefoon doorgeeft als er iets op is. Digitale ouderen Ik kijk met bewondering naar ouderen die online zijn, met hun kleinkinderen skypen en zelf hun bankzaken online regelen. Wat een ontwikkelingen heb je dan allemaal meegemaakt, in de afgelopen 70, 80 jaar. En wat leef je dan nu in een andere wereld. Je hebt letterlijk de wereld in je hand als je een smart phone vast hebt. Ontwikkelingen De overgang van de vaste naar de mobiele telefoon, daar heb ik zelf al met verwondering naar gekeken weet ik nog. Ik heb ook stug nog een tijdje volgehouden dat ik zo’n ding niet nodig had, ‘want ik was toch goed bereikbaar via de vaste lijn’, wat toen al heel iets anders was dan de telefoon met draaischijf die we van vroeger kennen. En die je nog vaak op kinderafbeeldingen tegen komt. Die tekeningen ontwikkelen zich een stuk minder snel dan onze digitale werkelijkheid. Ik hield dat vol, tot ik het idee kreeg dat ik toch wel dingen misliep en ook uiteindelijk overstag ging. En dan was het nog een telefoon waar je alleen mee kon bellen, terwijl we nu gewend zijn om vooral ook onze mail en bankzaken te regelen via de telefoon, er onze foto’s en video’s mee te maken en via de app van school mee te kijken hoe ons kind het doet. Digitaal communiceren Onze manier van communiceren is door de digitalisering natuurlijk ook veranderd en dat is soms best heel makkelijk; even een appje versturen. En dat appje bestaat dan alleen uit woorden, waarbij de omlijsting ontbreekt. Er wordt geen gezichtsuitdrukking, intonatie of oogopslag meegestuurd die de boodschap kunnen nuanceren of verzachten. Al doen we hier en daar een poging met een emoticon. We lijken het echte contact steeds minder nodig te vinden. We roepen allemaal gerust wel dat het zo goed is om elkaar ‘in het echt’ te spreken en toch is het appen, mailen, chatten, bellen er in geslopen en lijken we het allemaal stilzwijgend ok te vinden dat we steeds vaker tijdens een etentje onze mobieltjes op tafel hebben liggen en nog antwoorden ook, als er een ‘piepje’ klinkt. Conditionering door piepjes We zijn allemaal heel makkelijk te conditioneren en die piepjes uit onze telefoons werken daar heel goed op in. Je voelt je gehoord en gezien, op het moment dat je een bericht ontvangt. Iemand heeft de moeite genomen om jou een berichtje te sturen. En hoe zit het dan met de mensen in jouw omgeving? Die willen zich net zo hard gehoord en gezien voelen. Die hebben ook behoefte aan contact met jou, écht contact. Geen berichtje via de app terwijl je op zolder zit, zodat je weet dat het eten op tafel staat, geen gesprek terwijl de ander in zijn telefoon kijkt en zegt ‘praat maar door hoor, ik hoor je heus wel’. Nee, écht contact, echte verbinding. Met je partner, je kinderen en de rest van de mensen om je heen. Echt contact Vanachter je telefoon communiceren is net als tegen beter weten in iets roepen vanuit de keuken naar je kinderen die in de kamer druk aan het spelen zijn:
Je gezien en gehoord voelen We zijn allemaal op zoek naar verbinding. We vinden het fijn als we verbonden zijn met de mensen om ons heen en als we ons ook verbonden vóelen. Dat je letterlijk de aandacht hebt van degene waar je mee in gesprek bent, zonder dat diegene wordt afgeleid door piepjes of een schermpje. Durf jij? Ga jij de uitdaging aan? Zet gewoon een uur per dag je telefoon helemaal op stil en leg hem weg. Focus je op de mensen om je heen en geef ze echte aandacht, voel de verbinding! Die koelkast ontfermt zich wel over het boodschappenlijstje en de digitale wereld redt het wel een paar uur zonder jou. Van digitale verbinding naar échte verbinding. Trainingen volgend jaar Wil jij makkelijk écht verbinding maken met je lief, je kinderen, je omgeving? Kom dan volgend jaar naar een training. Je krijgt inzicht in je eigen communicatie én die van anderen en daarnaast leer je hoe makkelijk en vooral hoe fijn het kan zijn om écht gehoord en gezien te worden. Meer informatie vind je hier. |